Capita Selecta

Dit onderdeel heb ik ‘Capita Selecta’ genoemd.
Ik zet op mijn manier de schijnwerper op een aantal personen die ik in het archief van mijn vader ben tegengekomen. Gewoon omdat ik meer van hen te weten wilde komen (Armand Eismann bijvoorbeeld) of omdat het na de oorlog bekende persoonlijkheden zijn geworden (Max Appelboom).
Al naar gelang ik meer informatie en documentatie kan vinden worden er personen aan toegevoegd. Daarbij kan informatie van de geïnteresseerde lezer zeer van pas komen.

Zij vonden dat de ‘onbeschaafde’ gelegenheidsdiplomaat zich meer aan de (Duitse en Vichy-Franse) regels moest houden. De verarmde en vaak antisemitische adellijke top van het corps diplomatique en de ongeschoolde tapijt- en stoffenverkoper Sally Noach spraken niet dezelfde taal.

Zoon Jacques Noach (Londen, 1946) deed uitgebreid archiefonderzoek naar het ‘dossier Sally Noach’ en kwam tot ontluisterende onthullingen over de hulp die ‘Londen’ bood aan Nederlandse vluchtelingen. Als het aan de ambtenaren had gelegen was iedereen vanuit Frankrijk direct teruggestuurd naar het bezette Nederland. Ook was er onmiskenbaar sprake van beschavingsantisemitisme. Ambtelijk werd Sally gekarakteriseerd als ‘geen beschaafd/ welopgevoed mensch’. Consul-generaal der Nederlanden in Frankrijk, Ate Sevenster, formuleerde het helder: ‘Joodse vluchtelingen waren “de minste lui”.’

In 1969 kreeg Sally Noach van koningin Juliana en prins Bernhard het Erekruis van de Huisorde van Oranje. Van regeringswege kreeg hij slechts minachting. In 1971 publiceerde hij zijn oorlogsherinneringen met als titel Het moest gedaan worden. Dit boek is integraal opgenomen.